Kwetsen mag

Woorden zijn belangrijk en ze doen er toe. Iedereen die schrijft moet zich hier bewust van zijn, of je nu een journalist bent of een puisterige puber die op een zolder in Bedum zijn gal over de wereld uitspuwt via social media. Ikzelf heb dit geleerd toen ik schreef voor het faculteitsblad tijdens mijn studie. Deze studie vond plaats aan de opleiding waar W.F. Hermans en paar decennia eerder ‘Onder Professoren’ plaats liet vinden. Ik vond het fijn om daar te studeren: mensen waren betrokken maar zelden overdreven fanatiek. We leerden dat de woningmarkt nooit af is, dat soort dingen.

Op een dag ging het fout. De studenten moesten in de stad mensen een vragenlijst laten invullen over waarom zij de stad bezochten. Iedereen moest precies op zijn plek blijven staan en na afloop een flink aantal ingevulde formulieren inleveren. Ondertussen liepen docenten incognito door de stad om te zien of we deze opdracht wel serieus namen. Zelf de vragen beantwoorden was dus geen optie. Kortom: een fijne sfeer met veel onderling vertrouwen.

Bij deze opdracht werd een vrouwelijke studiegenoot midden in hoerenbuurt geplaatst. Je kan je voorstellen dat als je midden in de avond een viezig mannetje moet vragen waarom hij de stad bezoekt dit ongemakkelijk is. Ik was jong. Het was de tijd waarin ik al opgewonden werd als ik bij een meisje een strook van de pil op haar bureau zag liggen. Dit incident maakte mij dus boos. Mijn herinnering zegt dat ik aangeboden heb om zelf bij de hoeren te gaan staan en dat dit niet mocht, maar het kan ook zijn dat ik die ridderlijkheid er later bij gedacht heb.

Wat doet iemand die beter is met zijn pen dan met zijn mond dan? Hij schrijft een hoofdredactioneel commentaar in het faculteitsblad waar de vonken vanaf vliegen. Hij trekt alle woorden uit de kast om het zo scherp en venijnig mogelijk op te schrijven. Hij doet alles om de gevestigde macht een gevoelige klap toe te brengen. En dan gebruikt hij het woord ‘tiepmiep’ voor twee goedwillende promovendi die ook maar gedwongen worden door het systeem. Dit was onnodig kwetsend en leidde af van de boodschap.

Midden in de zomervakantie moest ik me bij de decaan melden. Dan vliegen daar ook de vonken vanaf en zeg je sorry. Dan schrijf je ook een excuses in het blad en is het leuke van schrijven er even vanaf. Gelukkig hadden we in die tijd veel bier. Ik weet eigenlijk niet meer wat de dame van de hoerenbuurt er van vond, waarschijnlijk heeft zij het stuk niet eens gelezen.

Het zou geen kwaad kunnen als de puisterige puber uit Bedum, of de mensen die dit hun hele leven blijven, dit een keer mee zouden maken. Dan leer je hoe je elk woord weegt, zonder door te schieten in censuur. Dat je de bestaande macht beter aanvalt met subtiliteit dan met grote woorden. Dan leer je constant na te denken over je boodschap en de vorm die je er aan geeft. Dan leer je dat kwetsen mag, als het maar wel een doel dient.