De gelegenheid is dat ik op de opleiding waar ik vijftien jaar geleden een diploma haalde mag vertellen waarom het zo leuk is om te werken. Het is tijd om te vertellen dat ik de juiste keuzes gemaakt heb, daar word ik die dag voor betaald.
De studenten zijn jonger, serieuzer en gedisciplineerder dan toen. Of nam ik mijn eigen toekomst in die tijd ook zo serieus? De cijfers die ik in de tijd haalde lijken daar niet voor te spreken, maar het zou zomaar kunnen dat dit geen goed beeld geeft: ik haatte tentamens. Ik denk wel dat ik op die leeftijd dacht dat ik de hele wereld zou veranderen. Dat de wereld in die jaren is veranderd is zeker waar.
Ik zie openlijke flirts op de congreslocatie. Ik zie de jaren en mijn eigen oude kop in de spiegel op het te grote toilet. Ik mis het. Ik mis iets. Ik heb in de tussentijd veel meegemaakt dat ik toen nog niet had kunnen vermoeden. Hermans schreef ooit dat kiezen, ook kiezen is voor wat je niet doet. Het hebben van spijt over een keuze heeft weinig zin.
Ik denk eraan of het mooi zou zijn om mijn studententijd weer mee te maken, maar dan als de persoon die ik inmiddels ben. Als veertiger ben je minder onzeker, maar ben je ook minder snel verbaasd en (vrees ik) ook minder nieuwsgierig. Toch twijfel ik er niet aan dat ik veel meer van mijn studententijd zou genieten. Aan de andere kant is het juist die onzekerheid die samen met de nieuwsgierigheid een brug vormt waardoor je stappen maakt in je leven.
Het is ruim na middernacht als ik weer terug ben in mijn woonplaats. Thuis pak ik een biertje uit mijn te grote Amerikaanse koelkast en zit ik nog even op de bank. De familie ligt al uren te slapen. Ik zou alles anders doen, al is het maar omdat ik anders in de tussentijd niets geleerd zou hebben. Dat maakt leven ook prachtig: je doet het maar een keer en dus nooit goed genoeg.