Een klein meisje rent gehaast over het busplatform bij het centraal station. Ze rent in de richting van een slungelig lang meisje, dat verveeld voor zich uit zit te kijken. Het is zaterdagochtend, zeven uur, misschien dat het daar aan ligt.
Als het lange meisje haar vriendin ziet, staat ze op, net op tijd om haar op te vangen. Ze vliegen elkaar in de armen. Het kleine meisje tilt een knie op en drukt zich stevig tegen haar vriendin aan. Dan slaat ze wellustig een been om haar heen. Het lange meisje perst haar vriendin tegen haar borst en huilt.