Een vrouw van een meter of anderhalf loopt met een grote plastic bak de winkel in. In een hand houdt de vrouw de bak, in de andere het deksel. Ze heeft mazzel dat het niet waait. Binnen meldt ze zich bij kassa nummer 3, die ook dienst doet als servicebalie. Ze steekt een vinger op, alsof ze nog op de lagere school zit. De mensen in de rij van de kassa zuchten als de caissière de rij laat wachten om service te verlenen.
‘Hebt u een bon?’ Ze heeft een hoge stem die niet past bij haar corpulentie. Ze lijkt op een operazangers en lacht vriendelijk naar de klant.
Het vrouwtje zegt: ‘Deze bak heb ik hier gekocht. Gisteren. En hij voldoet niet.’
‘Ja, maar heeft u een bon?’
De vrouw begint in een roze portemonnee te zoeken. ‘Hij blijft niet goed dicht. Probeert u maar.’ Ze schraapt haar keel en je hoort dat ze lang heeft gerookt.
De servicecaissière probeert het uit. Ze legt de deksel op de bak, schuift een beetje en klikt de twee blauwe handgrepen vast. Dan tilt ze de bak op aan het deksel.
De caissière kucht en de vrouw kijkt op uit haar portemonnee.
‘Hoe deed u dat nou?’
De caissière zegt: ‘Gewoon even vastmaken met deze blauwe dingen hier.’ ‘Komt er nog wat van,’ roept iemand in de rij. Het is niet de eerste persoon, die houdt zijn mond. Toch kijkt de hele rij chagrijnig. Het is immers drie uur in de middag en voor je het weet is het vier uur.
Het vrouwtje zegt: ‘Ik snap het niet. Ik ben toch niet gek?’
De caissière klikt de blauwe handgrepen los en weer vast. Het mensje pakt de bak over en klikt ze los. Dan probeert ze de grepen vast de klikken, maar er komt enkel een kreun uit haar mond. ‘Het lukt niet.’
De caissière doet het nog een keer. Het lukt haar om met een vinger de handgreep dicht te klikken.
Er wil iemand aansluiten in de rij van de kassa, omdat deze lekker kort is. ‘Ga maar naar een andere kassa,’ zegt de laatste in de rij. Dan stap de eerste in de rij naar voren en pakt de plastic bak uit de handen van de caissière. Ook hij probeert nu de handgrepen dicht te klikken en het gaat makkelijk.
‘Makkie,’ zegt hij. ‘En nu wil ik betalen.’ De caissière volgt de klant naar de kassa.
De vrouw van een meter of anderhalf loopt met een grote plastic bak de winkel uit. Niemand weet of ze de bak ooit nog open heeft gekregen.