Jongen met bas

Langs de doorgaande weg staat een jongetje met een basgitaar. Het is een volwassen model; het mannetje bezwijkt bijna onder de band die strak gespannen over zijn schouder ligt. Uit de versterker klinkt onhandig gepingel. Het lijkt meer op muziek voor een klavecimbel. De jongen kijkt alsof hij in een uitverkocht Wembley staat en drukt met zijn kruis de gitaar naar voren. Zijn vader zit naast hem op een campingstoeltje en rookt een sigaret. De wind waait de goede kant op en zijn kind rookt vandaag daarom niet mee.

Dit beeld verdient een achtergrondmuziekje. Ik hoor het intro van W.M.A. van Pearl Jam: ‘He won the lottery, when he was born.’ Wat past die tekst ineens wonderlijk goed bij mijn gevoel. Soms voegt de realiteit zich naar je verbeelding.

‘Police stopped my brother again’, klinkt het als ik mijn weg naar huis vervolg. Het is tijd om de eieren voor de pannenkoeken naar mijn familie te brengen. Papa was vergeten ze te halen, dus papa gaat maar even naar de supermarkt. Er rijdt een politieauto langs.

Een echtpaar dat mij tegemoet komt moet lachen bij het horen van het lied van Pearl Jam en ze zwaaien naar de jongen met de bas. Ik groet ze vriendelijk. Het is fijn om in een dorp te wonen.