Mijn zoon heeft behoefte aan afstand en fietst tien meter voor me uit. Dat is prima, want hij kan met zijn zeven jaar prima fietsen. Hij fietst minder goed als hij boos is.
Ik zwijg als hij tergend langzaam langs een rode Ferrari 458 waggelt. Op dat moment schiet de vraag door mijn hoofd of het uitdeuken van een Ferrari net zo duur is als het oplappen van mijn Peugeotje. Stiekem hoop ik dat het verschil tussen arm en rijk genivelleerd wordt in het onderhoud van auto’s, maar het zal wel niet. Misschien is het wel een geleasede Ferrari met bijtelling omdat de startmotor op elektriciteit werkt.
Mijn zoon fietst door zonder de auto aan te raken, hij stuurt wel onbewust naar rechts omdat de rode auto zijn aandacht trekt. Op tijd kijkt hij weer naar voren: de volgende hindernis is een Volvo.